Tsjechisch nationaal kostuum

Een beetje geschiedenis
Eigenaardigheden
Beschrijving outfit
- Voor mannen
- Voor vrouwen
Moderne modellen

Er is geen uniformiteit in de nationale klederdracht van de Tsjechische Republiek. In regio's die ver van elkaar verwijderd zijn, worden verschillende tradities in acht genomen. Het hangt af van de geschiedenis van elke afzonderlijke regio. Tegenwoordig is het Tsjechische nationale kostuum alleen te zien in volksensembles en folkloristische muziekgroepen.

Een beetje geschiedenis

De traditionele klederdracht van Tsjechië verdween snel naar de achtergrond. Nederzettingen hadden een actieve interactie met de stad, waar Europese trends snel hun intrede deden. Daarom wordt het vooral in afgelegen dorpen herinnerd en gedragen.

In de kledingkast van Tsjechische vrouwen waren er kosile - shirts, snerovacka, wat korsetten en lijfjes betekent - zivutek. Van onderaf droegen vrouwen pluizige rokken met schorten.

Lange herenbroeken, nohavice, maken vandaag de dag nog steeds deel uit van de klederdracht. De tweede versie van de broek is gate. Van bovenaf werden wijde overhemden zonder manchetten met kleurrijke borduursels gedragen.

Eigenaardigheden

Het Tsjechische kostuum onderscheidt zich door de aanwezigheid van een lang shirt dat door zowel mannen als vrouwen wordt gedragen. Zowel die als anderen waren versierd met pofmouwen. De Tsjechen verschilden niet in een rijke verscheidenheid aan kledingstukken. Broeken en vesten werden genaaid voor mannen, rokken en schorten voor vrouwen. In de winter droeg iedereen bontjassen of schapenvachtjassen.

Beschrijving outfit

Tsjechische outfits onderscheiden zich door hun variatie en helderheid als gevolg van nationale borduurmotieven en patronen.

Voor mannen

Het was de gewoonte dat mannen een hemd, vest en broek droegen van wol of leer tot esdoornlengte.Ze bonden een sjaal om hun nek. Alledaagse kleding verschilde doordat ze erg kort waren. De feestelijke was versierd met staarten. Bij plechtige gelegenheden trokken familiemannen kaftans aan. Knopen dienden als versiering.

Het was gebruikelijk dat mannen zwarte of witte wollen kousen droegen. Schoenen waren laarzen en schoenen. Hoofden werden verwarmd door mutsen met bont of hoeden.

Voor belangrijke evenementen hadden de Tsjechen zijden vesten of wollen mouwloze jassen in hun kleerkast.

In de winter waren smal gesneden broeken met veterversiering populair. In de zomer - losser linnen.

Voor vrouwen

Tsjechische vrouwen droegen vroeger ook overhemden. Ze hadden geplooide mouwen. Bovenop was een lijfje of korset, dat was geregen.

Wijde rokken waren populair. Onder de bovenste werden verschillende lagere gedragen. In sommige regio's was het gebruikelijk om een sjaal over de schouders te gooien, die op de borst gekruist was.

Een pet diende als hoofdtooi voor vrouwen. Het was gebruikelijk om het zwaar te zetmeel. Jonge meisjes borduurden linnen stroken voor zichzelf. Bovendien werd een sjaal over het hoofd gebonden.

Tsjechische vrouwen droegen, net als mannen, kousen. Lange tijd waren ze rood, daarna werden ze vervangen door wit.

In het koude seizoen werden warme bontjassen of schapenvachtjassen gedragen. Ze waren getailleerd, versierd met korte staarten en een omgeslagen kraag.

De kostuums van vrouwen uit de oostelijke regio's van het land waren anders. Als ondergoed droegen ze shirts van grof canvas met bandjes en mouwloos. Er werd nog een kort shirt over gedragen. Het was geborduurd en had ook geplooide mouwen.

Het was de gewoonte dat vrouwen schorten droegen. Aan de riem verzamelden ze zich in vergaderingen. De voorkant van het schort was wit, de achterkant kon zwart zijn en uit een andere stof bestaan.Een lijfje van wol of zijde diende als feestelijke outfit.

Moderne modellen

Zowel oude als moderne Tsjechische klederdracht maken indruk met hun verscheidenheid. Afhankelijk van de historische regio van Tsjechië zie je verschillende stoffen, decoraties en kledingstijlen.

Een van de meest voorkomende outfits voor dames is een wit overhemd. Mouwen en kragen worden traditioneel verzameld in volumineuze plooien. Ze zijn versierd met veel kant, waardoor de hele outfit er licht en luchtig uitziet.

Een korset of lijfje versierd met veters wordt over het shirt gedragen. De kleur van de bovenkleding is felrood. Van onderaf is de vrouw versierd met een donzige rok van gemiddelde lengte, die wordt aangevuld met verschillende lagen onderrokken. Dankzij hen heeft de bovenste rok de vorm van een bel.

Het schort blijft vandaag de dag een onderscheidend kenmerk van het Tsjechische kostuum. Het is ook rijkelijk versierd met franjes, geborduurd met het bijbehorende Tsjechische ornament.

De tweede versie van het volksbeeld is iets anders. In plaats van een korset dragen vrouwen heldere sjaals die op de borst zijn vastgebonden. Een muts versierd met kant en kralenstrepen, kousen worden op het hoofd gezet.

Het belangrijkste element van het Tsjechische kostuum is ook een shirt. Net als bij de dames zijn haar mouwen lang en gezwollen. Broeken, zoals vroeger, zijn genaaid van leer of wol en reiken alleen tot de knie. Het kleurrijke vest maakt het kostuum zeer elegant. Het is gebruikelijk om een sjaal om de nek te dragen. Het hoofd is versierd met een hoed met een niet erg brede rand. Het is omlijst met bont, veren of een mooie gesp.